Vluchten kan niet meer
De televisie, de computer, de smartphone, shoppen, reizen, we want the world and we want it now, tot we erbij neervallen en nog slechts één ding verlangen: vergeten.
Vergeten is een typisch romantische illusie, want vergeten is onmogelijk. Onze hersenen laten het niet toe, we onthouden alles. En bovendien laat de realiteit het niet toe, want de roes is van korte duur: van zodra de ‘beleving’ voorbij is, worden we onmiddellijk weer met onszelf (en met de anderen) geconfronteerd en vervallen we opnieuw in ontgoocheling. L’Ennui, le Spleen, le Dégoût, le long Remords,… in één woord: le Mal.
En rouvrant mes yeux pleins de flamme
J’ai vu l’horreur de mon taudis,
Et senti, en rentrant dans mon âme,
La pointe des soucis maudits;
(Baudelaire, Les Fleurs du Mal, CII)
Hier de klaagzang van Laforgue die ik gisteren op Facebook zag:
SPLEEN
Tout m’ennuie aujourd’hui.. J’écarte mon rideau.
En haut ciel gris rayé d’une éternelle pluie,
En bas la rue où dans une brume de suie
Des ombres vont, glissant parmi les flaques d’eau.
Je regarde sans voir fouillant mon vieux cerveau,
Et machinalement sur la vitre ternie
Je fais du bout du doigt de la calligraphie.
Bah ! sortons, je verrai peut-être du nouveau.
Pas de livres parus. Passants bêtes. Personne.
Des fiacres, de la boue, et l’averse toujours…
Puis le soir et le gaz et je rentre à pas lourds…
Je mange, et bâille, et lis, rien ne me passionne…
Bah ! Couchons-nous. — Minuit. Une heure. Ah ! chacun dort!
Seul, je ne puis dormir et je m’ennuie encor.
(Jules Laforgue)
Het is mooi geformuleerd, maar ik hou niet van zelfbeklag. Spleen is een ziekte. Ik denk dat ik een stoïcijn wil zijn. In plaats van verstrooiing, zoek ik naar de bundeling van mijn aandacht. De aangename omgang met mensen en dieren en planten en dingen, het werk, veel lezen en schrijven, wandelen en fietsen, zijn voor mij meer dan voldoende ‘divertissement’. Als ik weer een paar bladzijden Shakespeare of Victor Hugo gelezen heb, kan ik in mijn zetel achteroverleunen en ik blijf glimlachen.
Ik geloof niet dat vluchten in de kunst tot veel verrukkelijke rijkdom voert. De toeschouwer, kan proberen het saaie bestaan en de eenzaamheid te ontvluchten door naar muziek te luisteren of naar films en schilderijen te kijken. Hij kan een bestseller lezen. Hij kan via Facebook zijn plezier delen: gedeelde vreugde is dubbele vreugde. Maar ik geloof niet dat de drang om te vluchten en te vergeten tot veel interesse voor de grote kunst leidt. Grote kunst zoekt geen troost te verschaffen. Ze legt de waarheid bloot. De waarheid kwetst.
Het romantisch ego waar wij vandaag mee zitten, en de overtuiging dat we ons geluk moeten ‘ervaren’ als een ‘gevoel’, jaagt ons van de ene ‘beleving’ naar de andere op zoek naar de kick van de ‘emotie’: we willen ten allen tijde en ten allen prijze genieten. De Fransen noemen het ‘kiffer’. We beminnen onze verslavingen. Dat ligt in de lijn van onze natuur. We zijn ‘aap 2.0’. Het gevaar is groot dat het eind van het liedje weer ontgoocheling en frustratie wordt.
La destruction
Sans cesse à mes côtés s’agite le Démon,
Il nage autour de moi comme un air impalpable;
Je l’avale, et le sens qui brûle mon poumon
Et l’emplit d’un désir éternel et coupable.
Parfois il prend, sachant mon grand amour de l’Art,
La forme de la plus séduisante des femmes,
Et, sous de spécieux prétextes de cafard,
Accoutume ma lèvre à des philtres infâmes.
Il me conduit ainsi, loin du regard de Dieu,
Haletant et brisé de fatigue, au milieu
Des plaines de l’Ennui, profondes et désertes,
Et jette dans mes yeux pleins de confusion
Des vêtements souillés, des blessures ouvertes,
Et l’appareil sanglant de la Destruction !
( Les Fleurs du Mal, CIX)
Wat Spinoza betreft – waar iedereen zo enthousiast naar verwijst – kan ik alleen maar herhalen dat het lezen van zijn werk mij een grote inspanning heeft gekost, terwijl het mij weinig heeft geleerd. Wat hij vertelt is reeds bij de Antieken in de ratio aanwezig. En de vorm waarin het in de Ethica wordt aangeboden is, voor mij althans, quasi onleesbaar. Ik heb wel een aantal uitspraken genoteerd. De uitdrukking ‘sub specie aeternitatis’ is interessant. Voor de rest laat Spinoza’s God mij koud: je kunt er tot het einde der tijden over discussiëren, maar tot welke interpretatie je je uiteindelijk ook bekeert (wanneer je het – vroeg of laat – opgeeft verder te zoeken en te peinzen), je kunt er toch niets mee aanvangen. Heel Spinoza is voor mij ‘quatenus’.
Ik geloof wel in de Rede. Maar zonder de kennis van haar spoor in de evolutie van het denken sedert 5000 jaar, kan ze alleen dienen om onze verlangens met een rationeel sausje van woordenschat te overgieten. Onze tragiek van moderne stadsmensen is dat we alles weten, we hebben alle data, maar we kunnen er geen rationele orde in scheppen. We verdrinken in de veelheid van feiten, meningen, metingen, peilingen, theorieën, formats en algoritmes, en we begrijpen niet welke onderscheiden we moeten maken. Het genot is geen goede leermeester… En Spinoza stuurt je van het kastje naar de muur.
De tijdsgeest verkondigt dat de werkelijkheid te grauw is om in te leven en dat er alleen troost is te vinden in het ‘buiten zichzelf zijn’. Dat geldt niet voor mij. Ik voel mij opperbest wanneer ik met mijn twee voeten in de realteit sta en mijn geest kan richten op de kleine en grote vraagstukken die het dagelijks leven en de grote kunst en de wetenschap ons stellen. Ik voel mij ongelukkig als ik niet nuttig ben, niet dienstbaar. Ik wil zoveel mogelijk vrij zijn, niet verslaafd aan ervaringen, gevoelens, emoties, kicks, spektakel. Ik wil in het echte leven mijn ding doen en niet vluchten in uitstel of dromen.
Que faire? (…) De réponse, il n’y en avait pas, sinon cette réponse générale que la vie donne à toutes les questions les plus compliquées, les plus difficiles à résoudre: vivre au jour le jour, c’est-à-dire s’oublier. (…) s’étourdir dans le rêve de la vie. (Tolstoï, Anna Karenina)
Het gaat de verkeerde kant op met de wereld: de mens gedraagt zich als een parasiet. Hij maakt de hele wereldbol kapot. Als het hem getoond wordt op CNN en National Geographic vindt hij het intressant en doet verder niets om het tij te keren. Hij wil vergeten. Hoe mooi de droom ook is, we moeten wakker worden en onze handen uit de mouwen steken om het tij te keren. Vluchten kan niet meer.
Vluchten kan niet meer…
Hartelijke groeten,
Patrick