Lezen baart kennis

Lezen baart kennis

 

Si l’on tentait de voir comment l’âme s’abreuve en buvant largement à même le grand fleuve…

Lezen is een woord dat veel betekenissen heeft…

Toen ik vier was nam mijn grootmoeder mij op haar schoot om mij te leren ‘lezen’. Zij was tot haar twaalfde naar school geweest en daarna had ze nooit meer een boek opengedaan. Met ‘lezen’ bedoelde zij Onzevaders en Weesgegroeten opzeggen en steeds herhalen tot al de bollekes van de paternoster ‘afgelezen’ waren. En dan een kusje op het kruis.

Mijn grootvader las de krant: de voorpagina, en dan hier en daar nog een stukje waar zijn oog toevallig op viel. Voor hem was lezen de manier om aandacht te schenken aan de actualiteit; hij had twee wereldoorlogen meegemaakt en wilde graag op alles voorbereid zijn.

Mijn vader las de Libre Belgique en af en toe een boek over management dat hem door vrienden werd aangeraden. Mijn moeder hield het bij de Patriote illustré, het Parochieblad en de achterkant van de bidprentjes die door het bisdom werden verspreid.

Ikzelf zat als kind voortdurend met mijn neus in de boeken: “just satisfying my ego by reading the “right” books and not learning much from them”. Eigenwijs in een hoekje met een boekje en geen zin om te werken. Wanneer ik dan toch eens goed gewerkt had, stopte mijn vader mij een briefje van 20 Frank toe en mocht ik in de krantenwinkel een Prisma Pocket kopen van Daan Zonderland. Ik was dol op Professor Zegellak. Zulk een held wilde ik wel worden. Later, toen ik mijn plechtige communie gedaan had, begon mijn vader Franse boeken voor mij mee te brengen. Die moest ik lezen met een woordenboek erbij, een pen en een schriftje. Zo deed ik er gemiddeld tien keer langer over. Ik leerde er de finesses van het Frans door, en spelenderwijs ging ik beseffen dat aandachtig geduld de eerste wet is van het ware genot. Op mijn achttiende kocht ik mijn eerste boek met eigen spaarcenten: het verzameld werk van William Shakespeare. Het was een goedkope uitgave, een dik boek met lelijk geel papier boordevol piepkleine lettertjes. Maar ik had goede ogen en ik las, of beter, ik worstelde mij door dat indrukwekkende zestiende eeuwse Engels dat rolde als een biljartbal en dat mijn ziel vol vraagtekens zette.

Die vraagtekens hebben mij mijn hele verdere leven bezig gehouden. Hoe komt het toch dat, terwijl vele mensen echte boterkoeken zijn die je zo van liefde zou opeten, er zoveel lelijke smeerlappen rondlopen die pas tevreden zijn als ze hun medemensen alle mogelijke miserie hebben aangedaan? Ik dacht het antwoord te vinden in de Letteren en Wijsbegeerte, maar toen ik afstudeerde in de Romaanse had ik weliswaar enige belangrijke auteurs gelezen, maar veel uitleg had ik er niet bij gekregen. Ik was niet veel wijzer geworden. Een mens leert maar traag. Vier jaar hogere studies leggen niet meer dan wat potgrond onder de Boom der Wijsheid. En mijn boom zou zeker een bonsai gebleven zijn als ik geen leraar talen was geworden op een school voor kansrijke kinderen. Qui docet discit.

Nu, 45 jaar later, behoor ik tot de risicogroep voor corona en zit ik in het pensioentreintje dat bergaf rijdt naar de gapende muil van de serviceflat. Maar ik klaag niet, want ik heb alle antwoorden ondertussen gevonden. Terwijl iedereen televisie keek, las ik ze in de boeken. Lezen is veel meer dan louter ontspanning. Als je er blijft mee doorgaan word je heus belezen. Elk nieuw boek is een oefening in nederigheid, en een stapje omhoog naar dieper inzicht. Oefening baart kunst, en dat is maar goed ook, want lezen is de moeilijkste van alle kunsten. Hier is niemand ooit volleerd.

Toen ik een kind was, las ik omdat ik graag geboeid wilde worden. Maar door een paar keer naar de cinema te gaan, begreep ik dat adrenaline het denken stillegt. Ik wilde niet langer geboeid zijn, maar mij bevrijden. Geen thrillers of bestsellers dus, maar de meesterwerken uit de wereldliteratuur. Cinema is altijd hetzelfde liedje, plaatjes kijken houdt het denken klein; een goed boek is altijd nieuw, het vraagt een inspanning, het doet je wijsheid groeien. En met een bril op je neus kun je blijven lezen tot je stokoud bent. Het is niet moeilijk, het is gemakkelijk, het is een hobby…