God vraagt of er nog zand moet zijn

De kerken zijn te koop. De kosters staan met hun roestige sleutelbos in de linkerhand bij de gesloten deuren. Ze houden hun lippen dichtgeknepen. De kinderen spelen joelend op het plein. Zij leren God nog zelden kennen. Zij weten van God noch gebod. De ouders halen gelaten de schouders op en dromen van vakantie. Maar diep in hun binnenste, daar waar zij het soms zelf niet weten, zijn zij nog altijd zoekend. En wanneer zij, vaak op latere leeftijd, tot enige bezinning komen, stellen zij zich vragen. Nietzsche, die God dood verklaarde, was gefascineerd door Jezus en Dionysius. Hoe komt dat? Michel Houellebecq, die de grofste taal niet schuwt en met koud cynisme en kleverig zelfmedelijden zijn dagelijks brood bakt, schrijft op het einde van Serotonine een ontroerende bladzijde over God. En de snelst-schrijvende schrijver van de Nederlandse literatuur, Herman Brusselmans, vertelt in zijn Zomeressay van 8 juli 2023 in de Standaard der Letteren, dat hij altijd een boon heeft gehad voor God. (Op zijn vijfenzestigste heeft hij een zoon gekregen en hij heeft zijn wilde haren laten knippen…)

Ik heb altijd een boon gehad voor God. Volgens mij heeft Hij zelfs alles geschapen. Hij begon met de oerknal en toen waren daar ineens, dankzij Hem, Adam en Eva, die zich lieten verleiden door de slang, een appel aten, uit het paradijs verjaagd werden, en later, veel later, werden hun twee honden, Rikske en Fikske, niet toegelaten op de dierenboot van Noach, wat ik God nog steeds kwalijk neem.

De absurditeit van Gods verhaal neemt de gekste vormen aan, maar het doet er niet toe. De twijfel blijft. De oude veelschrijver valt naast zijn vriendin en zijn kind in slaap, begeleid door het enige, telkens weer eeuwigdurende licht. God is een oranje knipperlicht.

Is God wel te begrijpen? Om iets echt te begrijpen moet je twee vragen kunnen beantwoorden. De eerste vraag is: vanwaar komt het? De tweede vraag is: waarvoor dient het? Waar komt God vandaan? En waarvoor dient God? Er is blijkbaar niemand die het ons kan vertellen. Het helder licht aan het einde van de gang dooft langzaam uit en de duisternis verontrust ons.

Les mutations métaphysiques—c’est-à-dire les transformations radicales et globales de la vision du monde adoptée par le plus grand nombre—sont rares dans l’histoire de l’humanité. Par exemple, on peut citer l’apparition du christianisme. Dès lors qu’une mutation métaphysique s’est produite, elle se développe sans rencontrer de résistance jusqu’à ses conséquences ultimes.”

(Michel Houellebecq, Les Particules élémentaires, 1998)

De metafysische mutaties – dat wil zeggen de radicale en globale transformaties van de levensvisie die door de grote meerderheid aanvaard wordt – zijn zeldzaam in de geschiedenis van de mensheid. Bijvoorbeeld kun je het verschijnen van het christendom noemen. Zodra een metafysische mutatie zich voordoet, ontwikkelt zij zich zonder enige weerstand te ondervinden tot haar uiterste consequenties.”

(Michel Houellebecq, Elementaire deeltjes, 1998)

En?

Moet er nog zand zijn?