De verantwoorde consensusmethode

Neem nu het vak geschiedenis. Daar is de laatste tijd veel over te doen in het publieke debat. Maar alle vernieuwingen ten spijt blijft het moeilijk om de leerlingen er het nut van te laten inzien. Vooral nu je maar even hoeft te klikken om alles wat je weten wil op Internet te vinden. En ook, het stond vandaag nog in de krant 1, ‘de geschiedenis is permanent vatbaar voor herziening, herinterpretatie en herschrijving’. Daar hebben de professoren Stabel en Puttevils een boek over geschreven. Zij menen dat het geschiedenisonderwijs veel te veel gericht is op kennisoverdracht. Wat veel belangrijker is dan kennis is inzicht. En met het inzicht, daar schort iets mee. Hoewel de Belgische leraren wel vol werklust en kennis zijn, is theoretische reflectie nooit hun sterkste kant geweest... Stabel en Puttevils brengen daar verandering in met een ‘welwillend en breeddenkend’ essay. Zij willen ‘uit de feitensoep die het verleden is, nieuwe historische narratieven opbouwen’. De leerlingen moeten inzien (cfr. hogergenoemd ‘inzicht’) ‘dat het woord historicus* slechts een conventionele en vooral geen genderneutrale term is. Het moet duidelijk zijn dat het verleden niemands privébezit is, en dat iedereen historicus* kan wezen’. Maar dan wel met een asterisk graag…

Laat ons, na deze hoogst merkwaardige theoretische reflectie, even terugkeren naar de dagelijkse praktijk, waar ook zeker wat uit te leren valt:

De leraren steken bij de voorbereiding van het nieuwe schooljaar de koppen bijeen om, zoals het vandaag in elk bedrijf gebeurt, tot een verantwoorde consensus te komen over hoe zij dit jaar te werk zullen gaan om nog beter het nuttige aan het aangename te paren. Het nuttige, daar hebben de meeste leerlingen hun twijfels bij, maar het aangename ligt hen wel.

Vakvergadering dus ter voorbereiding van 1 september: alle collega’s aanwezig en hun namen netjes afgevinkt op het invulblad. Pater Deloeder tikt met de flessenopener tegen het voorzittersglas. Rumoer. Hij tikt nog eens, iets krachtiger… Nog eens… Stilte.

Tijdens de vakantie werd in het kader der eeuwigdurende onderwijsvernieuwing – en geheel in de lijn van de democratisering van het onderwijs – de verantwoorde consensusmethode ingevoerd. En nu zitten de leraren samen om ‘de nieuwe onderzoeksvragen’ te bespreken. In verband met het thema migratie moet worden uitgemaakt of zij komend schooljaar de Doriërs nog steeds vanuit het Noorden willen laten komen, zoals gebruikelijk, of eerder vanuit een andere windrichting.

Meneer Van Lanen, die de voorbije vakantie in Chicago een cowboyhoed heeft gekocht, vindt dat – wat hem betreft – de Doriërs nu gerust ook eens uit Amerika mogen komen. (Hij is op dat idee gebracht door het lezen van The Dawn of Everything, een indianenverhaal (zie Wikipedia, zelfstandig naamwoord, 2) dat de prehistorie en ook de Verlichting na diepgravende theoretische reflectie in een geheel ander daglicht plaatst…)

– Uit Amerika of all places? De Doriërs? Welk overtuigend argument kunt u daarvoor aandragen, collega? vraagt de Heer Duurza met hoog opgetrokken wenkbrauwen.

– Wel, als ik dat mag zeggen, ik heb het gevoel dat de leerlingen dat interessanter zullen vinden. Ik kom zopas zelf uit Amerika en ik vond alles daar verbazend spannend. Ik heb mij er onmiddellijk thuis gevoeld. Tezelfdertijd heb ik, om mijn imago wat op te frissen, ook mijn profiel up to date gebracht. Mag ik mij voorstellen? Ernie Van Lanen, senior history teacher at the Denderbelle Starbucks Plant, Counseling and Research!

– Dat doet de deur dicht, riep Meneer Strapageno verontwaardigd. Ik verhuis naar een andere school. Ik haat Amerika. China is onze toekomst! Dat weet toch iedereen? Hij sloeg met zijn vuist op tafel, gooide zijn stoel achteruit, en verliet de zaal.

– Saluut en de kost! riep Meneer Duurza hem na. Doe ze de complimenten in Peking! En wat mij betreft, zei hij fijntjes glimlachend naar de zwijgende-meerderheid-collega’s, mogen de Doriërs dit jaar wel eens uit Rusland komen. Het imperialisme hoeft niet altijd uit dezelfde hoek te waaien.

Pater Deloeder tikte krachtig tegen het voorzittersglas en zei:

– En als we de leerlingen nu eens zelf lieten kiezen?

Verbazing. Stilte.

– Iedereen akkoord? Ik schrijf wel het verslag. OK?

Stilte. Einde.

Hoe belangrijk zijn de Doriërs eigenlijk? Heeft iemand daar een idee van?

1 De Standaard der Letteren, zaterdag 4 november 2023, p.3, recensie Marc Reynebeau