We zijn weldra met 8 miljard op de wereldbol. Dat is een beetje veel. We zouden het nog wel gezellig kunnen maken, als we in staat waren om vreedzaam met elkaar om te gaan. Maar er zijn te veel obstakels. Behalve de zeven hoofdzonden, waarvoor zelfs niet meer naar een vaccin wordt gezocht, is er de opwarming van het klimaat, de uitputting van de grondstofreserves, de teloorgang van de autoriteit en de tradities, de broeikasgassen en de luchtverontreiniging, de plastic berg, de overbevolking, het stijgen van de zeespiegel, de democratisering van de koopzucht, het lerarentekort, de gevolgen van de pandemie, het grondwaterpeil, de smartphoneverslaving, de tijdbom van de onverschilligheid, de dalende koopkracht, de tragedie van de migranten, de 71,5 miljoen vluchtelingen wereldwijd, de oorlog in Oekraïne, de inflatie, en nu op de koop toe ook de instorting van de leesvaardigheid…
Maar we stellen het nog redelijk goed, we blijven auto’s kopen, we gaan op reis, we shoppen lokaal en we eten bio. We zijn nog altijd rijk genoeg om ons te permitteren wat we ons absoluut niet meer kunnen permitteren. Ik wil maar zeggen, we hadden gisteren al moeten stoppen met ons patrimonium op te vreten. We hadden de groei en de consumptie aan de derde wereld moeten overlaten. We hadden doelbewust voor een bescheiden levensstijl kunnen kiezen. Het zou ons dichter bij elkaar hebben gebracht en misschien waren we er zelfs betere mensen door geworden. Bewust denkende vrije mensen. Want wat zijn we toch onvrij! Wat zitten we toch tot over onze oren vast in dat bedroevende materialisme! We shoppen ons blauw in de spirituele leegte van het postmodernisme. En op wie kunnen we nog rekenen? Op onszelf? Want sedert God niet meer bestaat valt er nooit meer manna uit de lucht…
Op mijn nachtkast ligt al een hele tijd De Goddelijke Komedie van Dante. (Een bijzonder toepasselijke titel voor de geschiedenis van de mensheid!) Maar omdat ik slaap als een roos, ben ik nog altijd niet verder gekomen dan de eerste kring van de hel, het limbo, het voorgeborchte. Het is de chill room van de onderwereld: de deugdzame heidenen verbroederen daar. Zij zijn jammer genoeg niet gedoopt en hebben bijgevolg geen toegang tot de hemel. Maar ze hoeven niet in het hellevuur te branden, want ze hebben geen kwaad verricht. Ze stellen het goed. Hun enige straf is dat ze verstoken zijn van de goddelijke liefde.
Ik denk dat dat laatste ook met ons het geval is, en ik word er angstig van…